Skip to main content

Overweegt u een castratie bij uw Mopshond?

Nadelen van vroege castratie bij honden

Steeds vaker worden honden op jonge leeftijd al gecastreerd. Met ‘jong’ bedoel ik voor de leeftijd van 6 maanden. Met ‘castratie’ wordt bedoeld het verwijderen van de testikels of de eierstokken. Met gecastreerde honden bedoel ik zowel reuen als teven. Nog afgezien van het feit dat er misschien sowieso teveel honden worden gecastreerd, zijn er in elk geval nogal wat bezwaren tegen castratie op jonge leeftijd. Hier onder de bezwaren op een rij:

- Het vroeg castreren van reuen en teven leidt tot relatief onderontwikkelde uitwendige geslachtsdelen, zoals de penis en de vulva. Dit kan ontstekingen van de voorhuid en de huid rond de vulva tot gevolg hebben. Door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat het vroeg castreren van teven, maar hoogst waarschijnlijk ook van reuen een grotere kans op de zogenaamde castratie onzindelijkheid met zich meebrengt.

- De geslachtshormonen die worden geproduceerd in de eierstokken (teef) of testikels (reu) van de hond spelen een belangrijke rol bij de groei. Zo is aangetoond dat bij vroege castratie de botten langer doorgroeien dan bij een intacte hond of een hond die op latere leeftijd gecastreerd wordt. Een hond die op jonge leeftijd gecastreerd wordt, zal dus langere maar lichtere botten krijgen. Het is niet zo moeilijk om te bedenken dat dit soort structurele veranderingen in de bouw van het skelet ook gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van het bewegingsapparaat. Er is zelfs een onderzoek gedaan, waaruit zou blijken dat gecastreerde honden (overigens is hierbij niet gekeken naar de leeftijd waarop de castratie werd uitgevoerd) een grotere kans op een voorste kruisbandlaesie zouden hebben. En de kans op de ontwikkeling van heupdysplasie zou vergroot zijn ten gevolge van het op vroege leeftijd castreren.

- Een teef die vóór de 2e loosheid gecastreerd wordt, heeft in vergelijking met een niet gecastreerde teef of een teef die op latere leeftijd wordt gecastreerd een veel kleinere kans op het op latere leeftijd ontwikkelen van tumoren in de melkklieren. Maar wat betreft de invloed op het ontwikkelen van andere tumoren horen we juist andere, minder positieve geluiden wanneer een hond vroeg gecastreerd is. Zo zou de kans op het voorkomen van een haemangiosarcoom (een relatief veel voorkomende tumor die o.a. voorkomt in het hart en de milt bij honden) groter zijn bij gecastreerde honden dan bij niet gecastreerde honden. En uit onderzoek bij (vroeg) gecastreerde honden bleek dat deze meer kans hebben op het ontwikkelen van botkanker (osteosarcoom). Op zich niet zo gek, want bij honden(rassen) die (extreem) groot zijn kom vaker botkanker voor en vroeg castreren zorgt ervoor dat een hond langer doorgroeit en dus veel groter wordt!

- Veel hondeneigenaren denken dat hun hond rustiger en veel gemakkelijker wordt in de omgang na een castratie. Echter bepaalde vormen van ongewenst gedrag, waaronder vooral angst gerelateerde problemen zouden juist vaker voorkomen bij (vroeg) gecastreerde honden vergeleken met intacte honden. Vooral bij reuen met een angstig en onzeker karakter zou castratie kunnen leiden tot regelrechte angstagressie. En op latere leeftijd schijnt er verschil te zijn in de achteruitgang van de cognitieve functies (dementieachtige verschijnselen) tussen gecastreerde reuen en intacte reuen.

- Een gecastreerde hond wordt sneller te dik, dat weet bijna iedereen. Mogelijk heeft dat iets te maken met de verminderde werking van de schildklier na castratie. In ieder geval is aangetoond, dat castratie de kans op een te traag werkende schildklier duidelijk vergroot! Bij de teef zijn er twee mogelijkheden voor castratie: alleen de eierstokken of eierstokken en baarmoeder verwijderen. Het alleen verwijderen van de eierstokken is een veel minder grote ingreep en als de baarmoeder gezond is, kan die ook rustig blijven zitten. Door de verwijdering van de eierstokken staat de baarmoeder niet meer onder hormonale invloed en zal daardoor ook geen problemen geven in de toekomst. Het is niet zo, dat de gevreesde urine-incontinentie meer voorkomt nadat bij de ene of andere manier. De urine-incontinentie wordt veroorzaakt door de verstoring van de hormoonhuishouding. Er zijn veel dierenartsen die erg enthousiast zijn over een vroegtijdige ingreep en zij willen ons doen geloven dat een castratie/sterilisatie een "routineklus" is, dat het vooral op "heel jonge leeftijd" moet gebeuren en dat het "goed" is voor een hond. Maar zo simpel ligt het toch niet. Het gaat om een operatie en verandering van de hormoonhuishouding.

Nog even de voor- en nadelen van castratie op een rij:

Voordelen bij de teef:

  • Niet meer loops worden.
  • Voorkomen van suikerziekte. Het geslachtshormoon progesteron kan het lichaam ongevoelig maken voor insuline. Hierdoor heeft een niet gecastreerde teef een grotere kans op suikerziekte
  • Schijndracht.

Nadelen bij de teef:

  • Onomkeerbaarheid
  • Gewichtstoename
  • Urine-incontinentie
  • Verandering van de vachtstructuur
  • Verandering van gedrag
  • Bewegingsstoornissen. Zoals gezegd: overgewicht versnelt de ontwikkeling van arthrose. En natuurlijk heeft een dikke hond meer last van een niet helemaal gezond gewricht of rug. We weten dat geslachtshormonen een belangrijke functie vervullen bij de botstofwisseling.

Voordelen bij de reu:

  • In sommige gevallen kan een castratie het karakter positief beinvloeden. Reuen met een zeer dominant karakter en/of een hypersexueel gedrag kunnen na castratie een stuk rustiger worden.
  • Overmatige uitvloeiing uit de voorhuid kan door een castratie verdwijnen.

Nadelen bij de reu:

  • Een wat angstige en onzekere reu kan na een castratie zich in het slechtste geval juist ontwikkelen tot een angstbijter.
  • Een gecastreerde reu heeft meer kans op overgewicht. Zie het castreren van uw hond dus niet als iets dat "zo hoort" of als iets wat u hoe dan ook moet laten doen. Overweeg goed wat de voor- en nadelen zijn van het castreren van uw hond en als u besluit om uw hond te laten castreren, doe het dan niet te vroeg! Wacht in ieder geval tot de hond uitgegroeid en uit ontwikkeld is, zowel op het lichamelijke als op het psychische vlak.

Pas dan is de keus ook weloverwogen en bewust te maken denk ik.
Miranda van de Vendel